Oh wat keek ik uit naar onze korte skivakantie, tegelijkertijd ook onze enige familievakantie. Het moet niet lang duren om leuk te zijn. Drie dagen skiën, bergen, zon en een terraske (of twee), bijna drie weken geleden ondertussen.
We hadden er allemaal goesting in, de jeugd ook, we stonden 's morgens aan de liften te wachten tot ze opengingen en we de bergen op konden.
De eerste piste doen, dat gevoel is ook fantastisch. Het eerste terraske in de zon...
Wat er daarna juist gebeurde kan ik alleen maar navertellen van horen zeggen. Zelf weet ik er niets meer van. We zijn vertrokken aan de ski lift en namen een andere piste en ik ben wakker geworden in een Oostenrijks ziekenhuis met een flanellen japonneke aan (jep, zo'n schoon ziekenhuismodel).
Op de één of andere manier ben ik van de piste afgeraakt (een ijsplek? een bobbel? we gaan het nooit weten), de diepte ingevlogen (gekatapulteerd, zegt ief dan), op de grond gevallen en nog dieper gerold. Ief en de kinderen zagen het gebeuren. Hij is meteen uit zijn ski's geklikt en naar beneden gekropen, samen met een andere man die achter ons skiëde. Dat bleek een local te zijn,met ervaring, geluk bij een ongeluk, die ook meteen de hulpdiensten verwittigde. Ief probeerde me bij bewustzijn te praten, terwijl de man me controleerde. Ik reageerde gelukkig even na een paar minuten, maar ook dat herinner ik me niet. De helikopter was er snel en vloog me naar het ziekenhuis.
Damn, dat moet een mooie vlucht geweest zijn, over de bergen, helaas, ik kan het niet beschrijven. Ief en de kinderen zijn naar de chalet gegaan en met de auto achterna gereden. Het ziekenhuis was in Schwaz, op een half uurtje rijden.
Daar ben ik dus wakker geworden, op een bed, met een dokter die me vragen stelde (Wie ben je? Weet je waar je bent? Heb je pijn?) en onderzocht. Ze deden een echo en scan, keerden me binnenstebuiten. Een whiplash, wat blauwe plekken en kneuzingen en hersenschudding met de bijhorende mottigheid, dat was het verdict. Géén breuken, géén inwendige bloedingen, géén blijvende schade. Er was echt een engelbewaarder bij me op de berg.
Vier dagen moest ik blijven, iedereen was lief en behulpzaam. Ik heb vooral geslapen, geslapen, geslapen. In een vierpersoonskamer met zicht op de bergen. Toen ik mezelf kon wassen en rondwandelen mocht ik naar huis. We zijn nog één dag langer in onze chalet gebleven voor we naar huis reden. Ief en de jeugd vooraan, ik op de achterbank (en maar slapen).
Ondertussen ontpopte ief zich als de beste verzorger ever. Hij liet me geen seconde alleen, verwittigde familie en vrienden, nam alles van me over. Zo lief, zo bezorgd.
Ik weet het nu zeker: hij is mijn engelbewaarder.
Elke dag gaat het nu een beetje beter. Ik rust nog veel (bekaf, echt!), ben nog draaierig, maar ik krijg wél terug energie.
Ik kreeg en krijg massa's kaartjes, échte post! (ook dankzij ief die daarop aanstuurde), mijn vriendinnekes verzorgen me goed en komen me al eens halen voor een koffieke, er komt bezoek en bemoedigende telefoontjes, de kinderen zijn erg lief en zorgzaam, het komt goed dus.
Maar op't gemakske.
Borduren lukt al wel. Deze maakte ik vorige week in bed. En het is waar. You all make me happy.